Begin 2011 hoopt de NMBS eindelijk nieuwe locomotieven te hebben voor het binnenlands reizigersverkeer - twee jaar later dan gepland. Constructeur Siemens mag een zware schadeclaim verwachten. Intussen vermindert de stiptheid van het spoor omdat de oudste locomotieven om de haverklap met pech uitvallen.
In december 2006 bestelde de NMBS bij Siemens 60 locomotieven van het type Eurosprinter HLE18, met een optie op nog eens 60. Die optie werd twee jaar later al gelicht. De totale investering liep daardoor op tot 440 miljoen euro. Volgens de oorspronkelijke planning zouden de eerste exemplaren geleverd worden in januari van vorig jaar. Bij de aankomst van het eerste testexemplaar in maart 2009 klonk het dat de nieuwe locomotieven in augustus effectief in dienst zouden komen. Nu is bij de NMBS te horen dat het begin 2011 wordt.
Homologatie
De Eurosprinter beantwoordde aanvankelijk niet aan heel wat elementen van het lastenboek. Bij stilstand was de stroomafname via de pantograaf onvoldoende en de veiligheidszekering viel te pas en te onpas uit. Die zaken zijn volgens Siemens nu opgelost. De locomotief werd op 4 juni eindelijk gehomologeerd. Toch is hij nog altijd niet operationeel en worden extra tests uitgevoerd.
De constructeur geeft toe dat drie zaken nog niet in orde zijn: de energierecuperatie bij elektrisch remmen, de signalisatie van meldingen aan de bestuurder en de interactie tussen de locomotief en de bestaande rijtuigen van de NMBS, met name de dubbeldekkers M6 en de rijtuigen I11.
Een bijkomend probleem is dat de NMBS de locomotieven uitgerust wil hebben met het beveiligingssysteem TBL1+, dat een trein automatisch doet stoppen bij een seinoverschrijding. ‘Siemens slaagt er niet in de installatie van dat systeem gehomologeerd te krijgen’, luidt het bij de NMBS. Bij Siemens is te horen dat de NMBS aanvankelijk een installatie van TBL1+ had gevraagd ná levering, en dat ze gevraagd heeft die te vervroegen door een tussentijdse versie te plaatsen. Dat brengt ook vertraging met zich mee.
Ondanks al die moeilijkheden ging Siemens door met de productie, waardoor er - behalve de vier locomotieven die al maanden testritten rijden op het Belgische net - al meer dan 50 stuks staan te blinken in Wildenrath, net over de grens met Duitsland.
Bij Siemens België wordt erkend dat de homologatie later dan beloofd plaatsvond. Nu de uiteindelijke vertraging voor de eerste levering dreigt op te lopen tot twee jaar, verwacht de constructeur ook een claim. Boeteclausules bij non-conformiteit of late levering zijn standaardprocedure in dergelijke contracten. Die boete zou in ‘de tientallen miljoenen’ lopen, bevestigde een bron.
Stiptheid
Wie evenmin gediend is met de vertraging - maar ook niet met de schadevergoeding - is de reiziger. Materiaalpech is een van de belangrijkste oorzaken van de toenemende vertragingen op het Belgische net. Met een vloot van 380 locomotieven die gemiddeld 30 jaar oud zijn, mag dat niet verbazen. De introductie van 120 nieuwe is dus dringend. Daardoor daalt de gemiddelde ouderdom tot 20 jaar en zou de kans op pannes even drastisch moeten verminderen. De nieuwe locomotieven - door de NMBS Type 18 gedoopt - kunnen ook grensstations in Nederland, Duitsland en Frankrijk bedienen.
Ironie
De ironie van het verhaal is dat de NMBS haar keuze voor de Eurosprinter destijds als volgt motiveerde: ‘De Eurosprinter combineert de modernste technieken met een beproefde betrouwbaarheid. Dat is net een van de redenen waarom de NMBS voor deze locomotief koos: het is een model dat zijn deugdelijkheid al bewezen heeft.’ Quod non.
De Duitse technologiegroep is nochtans al jaren een vaste leverancier voor de Belgische spoorgroep. Aan de infrastructuurbeheerder Infrabel levert ze veiligheids- en signalisatiesystemen. De NMBS ontving al rangeerdiesellocomotieven en bestelde ook 305 Desiro-motorstellen bij Siemens, vooral bestemd voor het Gewestelijk Expresnet (GEN) dat Brussel vlotter bereikbaar moet maken voor pendelaars.
bron: De tijd
Geen opmerkingen:
Een reactie posten